dimanche 22 décembre 2019

22 décembre 2019 - Rorate Coeli


Rorate Coeli desuper et nubes pluant justum
1.       Ne irascaris Domine, ne ultra memineris iniquitatis: ecce civitas Sancti facta est deserta: Sion deserta facta est: Jerusalem desolata est: domus sanctificationis tuae et gloriae tuae, ubi laudaverunt te patres nostri.
2.      Peccavimus, et facti sumus tamquam immundus nos, et cecidimus quasi folium universi: et iniquitates nostrae quasi ventus abstulerunt nos: abscondisti faciem tuam a nobis, et allisisti nos in manu iniquitatis nostrae.
3.       Vide Domine afflictionem populi tui, et mitte quem missurus es: emitte Agnum dominatorem terrae, de Petra deserti ad montem filiae Sion: ut auferat ipse jugum captivitatis nostrae.
4.       Consolamini, consolamini, popule meus: cito veniet salus tua: quare moerore consumeris, quia innovavit te dolor? Salvabo te, noli timere, ego enim sum Dominus Deus tuus, Sanctus Israel, redemptor tuus.

1.       Wees niet boos, Heer, gedenk niet langer onze onrechtvaardigheden en ons kwaad. We zijn verloren zonder U. Zie, de stad waar Gij woont is verlaten, uw geliefde Jeruzalem is een woestenij zonder U. Onze samenleving is ontredderd, mensen krioelen als in een verstoorde mierenhoop door elkaar. Onze stad was – en is – nochtans uw heilige, veilige huis, waar onze voorouders U hebben dank gezegd om uw goedheid.
2.       Wij hebben gezondigd. We zijn onrein, bevuild, bestoft door de lange weg alleen. We zijn als afgevallen bladeren, op een hoopje gewaaid door de storm. Onze ongerechtigheden sleuren ons mee als de wind. We zijn slachtoffer van ons kwaad. En dan zeggen we: ‘Gij hebt uw gelaat voor ons verborgen en Gij hebt ons overgeleverd in de klauwen van ons eigen kwaad.’ Een helse cirkel van wroeging en verdriet.
3.       Heer, zie neer op de neerslachtigheid van uw volk, en zend nu diegene die Gij belooft. Herder, stuur ons een argeloos, broos, kwetsbaar Lam. Zo’n kwetsbaar Lam moet de Koning van de hele wereld worden, van de stad Petra in de woestijn tot in uw eigen stad Jeruzalem. Stuur ons een Lam als Herder. Alleen een weerloos Lam kan het ijzeren juk van schuld, dat op onze schouders drukt, wegnemen.
4.       Troost u, troost u, mijn volk, weldra komt redding, binnenkort. Waarom worden jullie verteerd van smart, waarom laten jullie je opvreten door wroeging? De pijn heeft u toch nieuw gemaakt? Ik zal u redden, wees niet zo bang. Ik ben toch de Heer, uw God, uw Verlosser.

Zondag 1 december. De ganse kerkgemeenschap begint een nieuw liturgisch jaar met de viering van de advent. In deze voorbereidingstijd naar Kerstmis zingt de Kerk het Rorate Coeli, een oud lied dat verlangen naar nieuw leven uitdrukt. De keervers komt uit de profeet Jesaja 45,8 : Dauwt, hemelen, uit de hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen. Het hele lied is één gebed om Gods troostende komst. Te midden van ellende komt God naderbij.   
De eerste strofe  is een complete catastrofe. Alles loopt verkeerd in het leven. De ene tegenslag na de andere. Pure ellende. Het lijkt alsof God niet meer van ons houdt, alsof Hij boos is en ons straft. De onuitroeibare interpretatie van lijden als straf van God. En toch zingen wij : Rorate caeli desuper dat wil zeggen « Dauwt hemelen, dauwt ».
De tweede strofe beschrijft een echte depressie. Bij tegenslag krimpen mensen hopeloos in elkaar. Zij trekke, alle schuld op zich. Zij verliezen hun eigenwaarde en zij verliezen dus ook het contact met anderen en met God.  En nog zingen we: Rorate caeli desuper, et nubes pluant justum. Regen ons toch zuiver, Heer.
En nu die derde strofe. In het dieptepunt verandert de zelfkwelling in een gebed om redding. Wij hebben iemand nodig, wij hebben God nodig om de ellende te keren. Stilaan kijken wij weer omhoog. Wij bidden om redding, om een Herder. En wie kan een Herder anders zenden dan een Lam? Koppig zingen wij: Nubes pluant justum. Zend ons iemand die ons onrecht wegdraagt.
De vierde strofe  is Gods onverwachte antwoord, een subtiel verwijt van vergetelheid én een belofte. God is degene die er was, die er is en die er zal zijn. Vergeten? „ Een vreemde zin. Hoe kunnen pijn en verdriet nieuw maken en zuiveren? Kan een smart een wee worden. ‘Smart’ is brute, zinloze pijn. In alle Germaanse talen is wee verbonden met geboortewee. Zou er uit zinloos lijden dan toch iets nieuws geboren kunnen worden? Dankzij God? Ja, God is de Verlosser. En ‘verlosser’ doet onvermijdelijk denken aan vroedvrouw, vroedmens. God verlost. Zo wordt een smart een geboortewee. Och, het is nog maar de eerste zondag van de advent, maar al vóór het putje van de winter wordt Leven beloofd.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire